Over het moederschap, rust en keuzes.

Het is niet mijn bedoeling om van deze blog een blog voor moeders en het moederschap te maken. Wanneer echter een groot deel van mijn vriendinnen en ikzelf midden in de kraamperiode zitten, dwalen mijn gedachten al eens vaker af naar bepaalde aspecten van het moederschap. En één daarvan is moederschapsrust.

Eerst ben je 9 maand zwanger. Als je geluk hebt, heb je een heel vlotte zwangerschap met nauwelijks fysieke klachten of andere mankementen die dan de kop opsteken. Heb je pech, dan kan het zijn dat je weken op voorhand het bed moet houden omwille van jouw gezondheid en die van je baby (De pechvogels krijgen dan steevast de opmerking dat ze dan toch wel heel goed uitgerust zijn zeker? – groen lachje. Ooit al bevallen?). In ieder geval zet je steevast uit en is dat lijf zoals je het altijd al hebt gekend helemaal uit proportie. En vlot de trap nemen zit er voorlopig ook niet in. Gelukkig is er al wat moederschapsrust.

Dan komt de bevalling. Het is me wat. Ik weet niet hoe het met andere vrouwen zit, maar het heeft mij weken gekost om zowel mentaal als fysiek te bekomen van de bevalling. Fysiek: ik maak er geen tekening bij (er is een ruime keuze aan medische termen). Mentaal: een mens doorstaat nogal wat pijn en dat moest hier toch een beetje bezinken, hoor.

Na de bevalling neem je de rest van je moederschapsrust op. De moederschapsrust bedraagt in België voor zelfstandigen maximaal 8 weken, waarvan 3 weken verplicht op te nemen; voor werknemers bedraagt dat maximaal 15 weken.

Er zijn vrouwen die daar geen punt van maken, het lang genoeg vinden of gewoon heel erg blij zijn dat ze terug aan het werk mogen. Daar heb ik geen oordeel over, dat maakt elke vrouw voor zichzelf uit. Al kan ik me niet van de indruk ontdoen dat er meer vrouwen zijn die het eerder te kort dan te lang vinden. Waarom kan het dan niet langer? Want laat ons eerlijk zijn, het lijkt weinig wanneer dit je staat te wachten na de bevalling:

  1. Jouw lijf is precies toch niet meer wat het is geweest. Je kijkt in de spiegel en je schrikt want er zit zeker nog een kind in! (Die postnatale kine – foeter, foeter! – dat dient daar niet voor…)
  2. De negen maand dat je niet menstrueerde, maak je geen zorgen, je lijf haalt die schade ruimschoots in.
  3. Geef je borstvoeding dan gaat dat niet vanzelf. Dat zou pas gemakkelijk zijn. Je moet dat opbouwen, wat wil zeggen: de eerste week/weken de pijn verbijten en dan hopen dat het ‘op gang komt’. Lukt dat niet onmiddellijk dan bestaat er nog zoiets als afkolven, tepelhoeden, crèmes allerlei. (Over flesjes kan ik niet meespreken – ik heb wel al gehoord dat je rap moet zijn.)
  4. De hormonen. Allemaal hebben we zitten bleiten, de ene tranen met tuiten, de andere eerder stil in een hoekje. Zo rond dag drie begint dat.
  5. De nachtrust. Of zou ik beter schrijven, het gebrek daaraan. Van de ene op de andere dag is dat geschrapt uit je leven. Vanaf nu doe je het met vier uur en hier en daar een sprokkeluurtje.
  6. Een klein wezentje dat helemaal afhankelijk is van jouw zorg en onvoorwaardelijke beschikbaarheid. Ik wist in het begin niet wat het gehuil van mijn baby betekende. Wat ie leuk vindt en wat niet. Wat ik wel weet dat is dat het een 24/7 job is, zorgen voor je baby. Dag en nacht maakt geen verschil. En het wisselt. Na een paar weken maakt je baby een verandering door en is het weer helemaal anders. Dat is toch niet te onderschatten. En wie zijn kind van in het begin kent en alles al onmiddellijk weet, die mag mij eens bellen.

Voor mij zijn die paar weken (om over de zelfstandigen te zwijgen – dat is nog een stuk erger vind ik.) echt veel te kort om te bekomen van je bevalling, terug in vorm te geraken en de balans in je gezin te vinden.

En dan vergeet ik het allerbelangrijkste: je kind dat helemaal afhankelijk van je is. Voor mij voelt dat als iets heel onnatuurlijks aan om mijn kind zo vroeg aan de zorg van een ander over te laten. Elke moeder bevestigt me dat dit één van de lastigste dingen die er zijn, je kind ‘achterlaten’ om te gaan werken. Maar toch doen we het bijna allemaal. Zijn we dan eigenlijk gelukkig als moeder? Doen we er goed aan? Zover ben ik nog niet.

Bovendien, na het einde van de moederschapsrust moeten de meesten een hele puzzel maken voor de opvang van hun kind. De meesten kunnen hun baby niet naar de crèche/onthaalmoeder brengen waar hij/zij is ingeschreven. De wachttijden zijn enorm en daarom schakelen kersverse ouders noodgedwongen ouders, schoonouders en andere familieleden in. Dat is toch te gek voor woorden? Een jonge moeder moet snel weer aan het werk en dient dan een half leger in te zetten voor de zorg van haar eigen kind. Ja, een moeder verdient dan weer volop de kost – niet meer één of andere uitkering waar je het jaar erop keihard op belast wordt – maar moet wel beroep doen op de goodwill van anderen. Of betaalt er misschien zelfs voor.

Onlangs was er een item in het nieuws over het feit dat er steeds minder crèches en onthaalouders zijn. Wie in Gent woont, weet dat een opvangplaats voor je kind versieren geen sinecure is. Mocht je meer tijd krijgen om voor je kind te zorgen dan zijn de wachttijden misschien minder lang?

Ik hoor de kritiek al komen: dat kost de maatschappij handenvol geld – moeders die langer willen thuisblijven zijn te lui om te werken – alles waar vrouwen zolang voor gevochten hebben ga jij nu op de helling zetten – er zijn toch zaken als ouderschapsverlof en loopbaanonderbreking?  – het is toch goed om weer aan het werk te zijn – …

Kijk, het gaat erom dat ik merk dat veel jonge moeders liever zelf wat langer voor hun eigen kind willen zorgen. Geef hen wat meer tijd, laat hen wat langer bij hun kind zijn. Het geld dat vandaag naar crèches en andere opvangmogelijkheden gaat, zou kunnen herbekeken worden. Waarom kan dat niet dienen voor de moeders die langer thuis blijven, het is dan ook een fulltime job als je het mij vraagt. Wie graag opnieuw aan het werk gaat, kan daarvoor kiezen. Ik merk alleen dat veel vrouwen onder druk van hun werkgever na de moederschapsrust terug aan het werk gaan, ook al hebben ze recht op ouderschapsverlof. Soms gaan ze ook onder druk van de omgeving onmiddellijk aan het werk. Soms zijn financiële redenen de oorzaak. Of omdat ze denken dat ze zo al hun kansen op promotie hebben verkeken bij hun werkgever. En ze zijn niet allemaal even gelukkig met die gang van zaken, voelen zich schuldig of zijn zelfs kwaad omdat ze niet het gevoel hebben een keuze te kunnen maken.

En dat is jammer om horen. Om te zien dat er veel met lood in hun schoenen vertrekken. We zouden toch moeten (kunnen) durven kiezen, kiezen om wat gas terug te nemen en daar niet op nagekeken worden. Kiezen om langer dicht bij je kind te blijven. Kiezen voor een tweede plaats, voor even, en niet bang zijn voor wat later komt of om wat men rondom jou van je denkt.

De enige die het de moeder nooit kwalijk zal nemen dat ze lang bij haar kind blijft, is het kind zelf. En dat is wat telt.

 

2 gedachtes over “Over het moederschap, rust en keuzes.

Plaats een reactie