Over kleine meisjesdromen.

Toen ik een klein meisje was, heb ik lang gedacht dat ik ooit nog in de middeleeuwen had geleefd en toen als heks door het leven ging. En de verhalen die ik erbij fantaseerde, ik had ze toen beter opgeschreven.

In de verste verte weet ik niet wanneer of waarom ik dat in mijn hoofd had gehaald. Ergens besefte ik wel dat het ook niet kon maar ik hield, denk ik, graag vast aan dat idee. Misschien omdat het een heel romantische gedachte is. Eerst en vooral spreekt die tijd toch tot de verbeelding. Ten tweede, in mijn hoofd zat het beeld dat heksen in het midden van een bos hun huisje hebben, waar rook uit de schoorsteen komt, een kat aan de open haard ligt te soezen en er in elk hoekje van het huis wel iets bijzonders te vinden is. (Laten we het hier even niet hebben over rechten van het volk, het feodale stelsel, hygiëne, de pest, plunderingen, het feit dat hekserij pas hot topic was na de middeleeuwen en andere fouten in de marge. Ik was 8 en verdien dus wat respijt.  Trouwens, in een mens zijn gedachten kan en mag alles.)

Ondertussen ben ik de leeftijd van 8 al lang voorbij en leef ik het leven van een volwassene: woon ik in een appartement met het lief en mijn lieflijk kind, werk ik om centen te verdienen, heb ik dat rijbewijs op zak en spring ik zelden nog uit de band. Jammer.

Alhoewel. Wanneer ik vandaag naar mezelf kijk dan ben ik waarschijnlijk nog steeds dat kleine meisje dat over de middeleeuwen en dat huisje vol snuisterijen droomt. Immers:

  1. de liefde voor oude muziek en oude instrumenten wordt elke dag groter. Er is een kamerkoor El Grillo dat in het Gentse wel vaker eens optreedt. Die gasten doen dat goed zeg;
  2. ik houd van boeken, in alle maten en gewichten. Overal in huis zijn er boeken. Niets leuker dan snuisteren in boeken. Het liefst zou ik in boeken willen wonen, maar ik ben lichtelijk claustrofobisch aangelegd, dat is dus geen goed plan;
  3. mijn ideale wereld zou er zo uitzien: geen auto’s, veel bossen, propere rivieren waar we in kunnen zwemmen, leven volgens de seizoenen, eten wat je zelf hebt geteeld en we zouden enkel uit de natuur nemen wat we nodig hebben (dromen mag hé);
  4. mijn fascinatie voor de wonderen van de taxidermie (en de rariteitenkabinetten – geweldig!). Dieren kunnen na hun dood nog altijd wondermooi zijn:
  5. één van mijn favoriete plekken in dit land is het Kasteel van Gaasbeek. Wat een mooi kasteel en dat uitzicht! Geweldig! En er loopt daar wel vaker een tentoonstelling. Je moet hun website zeker in de gaten houden. Meestal zijn de tentoonstellingen de moeite. Alleen al de wandeling in het domein tot aan het kasteel is de trip naar de rand van Brussel waard;
  6. de dag dat we een eigen huis kopen, start ik onmiddellijk de zoektocht naar een lieve, luie kat (een levende wel te verstaan).

Misschien lijkt dit wel allemaal een beetje vreemd, voor mij is dat het allerminst. Het zijn mijn kleine meisjesdromen die ik al jaren meedraag.