Over bevroren paarden, leven als een gevangen rat en een glazen oog.

Boek: Kaputt//Auteur:Curzio Malaparte//Gelezen: 25.03.2015 – 12.04.2015 //Gekocht op aanraden

Korte samenvatting.

Curzio Malaparte beschrijft zijn omzwervingen met een Italiaans leger tijdens de tweede Wereldoorlog. Er wordt een beeld geschetst van een Europa dat in ontbinding is. Het boek bestaat uit twee ‘verhaallijnen’, een eerste verhaallijn bevat de anekdotes die hij ‘op het veld’ heeft meegemaakt, de tweede verhaallijn omvat de gesprekken die Malaparte voerde met de machthebbers binnen het fascisme en het nazisme.

Waarover gaat het boek echt?

Het boek schetst een rauw beeld over Europa in de tweede Wereldoorlog. Hoe mensen zijn in een oorlog, wanneer ze een uitgesproken vijand hebben, hoe er wordt gedacht, wat de impact van de Holocaust is op een maatschappij. Hoe mensen, die je niet of nauwelijks kent, een impact kunnen hebben op je leven omdat je behoort tot een bepaalde bevolkingsgroep en het gevoel van onmacht dat daaruit voortvloeit. Dat slechts een kleine groep mensen er voor kan zorgen dat alles uiteindelijk één grote puinhoop wordt.

Wat vond ik van het boek?

Licht verteerbare literatuur is het absoluut niet. Integendeel, het is – voor mij althans – zware kost. Hoe Malaparte bepaalde zaken beschrijft zijn hard en hij slaagt er heel goed in om je met een leeg gevoel achter te laten. Tegelijk had ik bij het lezen een gevoel van walging, ontzetting, ongeloof en onmacht. Een aantal passages spreken tot de verbeelding. Ik denk onder meer aan de passages over de paarden die zijn vastgevroren in een meer, de 2000 Joden die dagen in een trein vastzitten zonder water en voldoende zuurstof,…

Malaparte heeft een fantastische schrijfstijl. Toen ik voor dit blogbericht opnieuw door het boek bladerde, viel het me op dat ik nogal wat passages had aangeduid. Conclusie, ik ben voor zijn manier van schrijven/vertellen gevallen. Misschien dat ik je met volgende passages kan aantonen wat ik precies bedoel. Soms moet je de auteur zelf aan het woord laten (dat is meestal de beste reclame, niet?):

‘We zagen er allemaal uit als lijken: want niets doet zo aan een dode denken als een man op klaarlichte dag in avondkostuum, of een opgemaakte vrouw met naakte schouders en behangen met juwelen die schitteren in de zon.’

“De officier onderbreekt zichzelf, zegt dan met een merkwaardig zachte stem tegen de jongen: “Luister, ik heb een glazen oog. Het is moeilijk te onderscheiden van het echte. Als je me direct zonder erbij na te denken kunt zeggen welk van de twee het glazen oog is, laat ik je gaan, dan laat ik je vrij.” “Het linkeroog,” antwoordt de jongen prompt. “Hoe ben je daar achter gekomen?” “Omdat het als enige iets menselijks heeft.”‘

“Ogen zijn gevangen vogels,” zei Ilse. “De ogen van die twee blinde soldaten waren twee lege kooien.” “De ogen van blinden zijn dode vogels.”

Het heeft ook even geduurd voor ik door had wat de auteur wilde vertellen. Doorheen het boek merk je dat hij zijn mening verschillende keren ‘bijstelt’. Pas na enige tijd begreep ik dat Malaparte zijn verhaal vertelt (door wat achtergrondinfo te lezen en er met andere mensen over te praten). Hij, de auteur, als aanhanger van Mussolini, wordt uiteindelijk zelf gevangen gezet door Mussolini. Hij was zelf heel provocatief, lokte zaken uit met alle gevolgen vandien. En je merkt dat hij zijn persoonlijke ‘bochten’ verwerkt in zijn boek.

Geniale aanpak als je het mij vraagt. Want het doet je nadenken over de dingen die gebeuren, je stelt zaken in vraag, het houdt je als lezer bezig.

Aanrader?

Ja. Houd er alleen rekening mee dat het niet het meest vrolijke boek is dat je zal lezen. Maar wat tegengewicht voor de overdosis aan ‘lichtheid’ waarmee ons rond de oren wordt geslagen, kan volgens mij geen kwaad.

Zelf gelezen?

Laat gerust weten wat je ervan vond.

Muizenissen #1

Na de hele hetze rond de zelfmoord van Steve Stevaert en de daaraan gelinkte doorverwijzing van de ‘verkrachtingszaak’ heeft het even geduurd vooraleer ik de kalmte in mijn hoofd terug vond. Eerst vond ik het geen goed idee om er iets over te schrijven. Toeval wilde, of misschien ook helemaal niet, dat ik vandaag naar Lolita heb gekeken (De film van Stanley Kubrick, gebaseerd op het gelijknamige boek van Vladimir Nabokov). Door het verhaal terug op me te laten inwerken, besefte ik dat ik toch iets kwijt wilde rond ‘het Stevaert-verhaal’.

Het dossier van de verkrachtingszaak ken ik niet, net zomin als jullie. Evenwel kan ik niet ontkennen dat de gedachte door mijn hoofd flitste dat, door de zelfmoord van Steve Stevaert, de dame in kwestie nooit zal horen zeggen dat ofwel de klacht onvoldoende is bewezen of dat er wel voldoende elementen aanwezig zijn om te oordelen dat het om verkrachting gaat. In de hypothese dat je het slachtoffer bent geworden van aanranding en je hebt de moed bijeen geraapt om klacht in te dienen, dan lijkt me zo een drastische beslissing van degene tegen wie je klacht hebt ingediend wel een harde noot om te kraken.

Er is heel wat inkt gevloeid over de persoon Steve Stevaert. Hij mag dan wel Minister van Staat zijn en een gemediatiseerd figuur. Waarom werd er niet meer geschreven over slachtoffers van aanranding/verkrachting (of andere vormen van inbreuk op je integriteit) en het ongeloof waar zij soms moeten tegen opboksen? Alsof wat zij vertellen met duizend en één dingen moet bewezen worden. Het gaat me niet over het bewijs dat je moet leveren in strafzaken. Waar het wel om gaat is het ongeloof van anderen, over het niet zomaar voor waar aannemen wat je als slachtoffer hebt gevoeld/meegemaakt. De videoboodschap die deze week verscheen schetst heel goed hoeveel obstakels slachtoffers moeten nemen. Dat slachtoffers van zulke zware feiten  tegen zoveel ‘weerstand’ moeten ingaan, daar kan ik moeilijk bij. En tegelijk vraag ik me af, wat dan met minder zware feiten/kleine dingen, die ook je integriteit – op gelijke welke manier – als mens aantasten. Hoe vaak wordt een gevoel niet voor waar aangenomen? Hoe vaak proberen we zaken niet te minimaliseren van wat anderen ervaren/voelen? Zelf denk ik dat we ons daar veel vaker schuldiger aan maken, in veel onschuldiger omstandigheden. Maar laten we daar vooral niet bij stilstaan hé.

Bovendien vond ik de uitspraak van de VUB-professor frappant: “de vrouwen… een zwakheid die we begrijpen. Aan de dame die deze beslissing op haar geweten heeft, toch even dit. Voor een verkrachting ga je onmiddellijk bij de politie, of desnoods de dag nadien. niet drie jaar later. En slachtoffer die met de chauffeur nog afgezet worden zijn eerder zeldaam.” Er is heel wat commotie geweest over dit bericht en maar goed ook. Terzelfdertijd doet het me vermoeden dat deze professor, een man met aanzien, vermoedelijk in een machtspositie, niet de enige is die zo denkt. Het doet me beseffen dat we als vrouwen nog lang niet zijn waar we moeten zijn. Dat we door bepaalde groepen van mensen nog steeds als een object worden beschouwd. Dat vrouwen een minder gelijke rol hebben dan een man in de maatschappij. Het doet me ook beseffen dat opkomen voor jezelf in een maatschappij als deze niet voor iedereen evident is.

Het bericht van de VUB-professor doet me vooral beseffen dat macht een gevaarlijk instrument is. Zowel voor wie er teveel van heeft als wie eronder gebukt gaat. En dat brengt me tot Lolita. Over hoe macht en het misbruik ervan het lelijkste in de mens naar boven brengt. Er is nog veel werk aan onze soort, wij, als mens. En lang niet iedereen ziet dat in.