Even dansen? Nu of straks?

Soms is het moeilijk weg te steken dat je een kind van je ouders bent. Er zijn dingen waar je zeker op vloekt als je merkt dat je ‘het van niet ver gedeeld hebt’ en op andere eigenschappen ben je stiekem een beetje trots. Wel, er is zo een ‘trekske’ waarmee ik me graag associeer.

Wij, het gezin waar ik uit kom en tegelijk ook alle (groot)tantes en (groot)nonkels, neven en nichten, dansen graag. Waar een plekje vrij is, wanneer een leuk deuntje speelt. Toen ik nog thuis woonde, gebeurde het wel vaker dat, wanneer er een ‘schoon airke’ door de boxen schalde, mijn ouders alles lieten vallen om een beetje te dansen. Dat was eigenlijk mooi om zien, die twee na een werkdag zien dansen in de keuken. Blijkbaar is het iets wat in de genen zit, want mijn zus doet dat ook en ik ben al niet veel beter.

En eerlijk gezegd, ik vind het geweldig. Dansen in huis, het liefst in de keuken (veel plaats). Instant energie, zeker nu de zomer nog even op zich laat wachten. Er zijn hopen nummers waarvoor ik uit mijn zetel zou springen, maar op volgende nummers kan ik echt niet stilzitten.

Als kind van mijn tijd (vooral met de klj-meisjes):

Omdat ik tussen discoplaten ben opgegroeid:

‘Plakkers’ doen het nog altijd goed ten huize Mellifique:

Maar, veel belangrijker! Hoe zit het bij jullie?

  • Dansen jullie in huis? Waar dan? Of elders? En waar dan het liefst?
  • Met wie: Alleen of liever met twee?
  • Op welk deuntje kan je moeilijk stilzitten?

Straks een beetje dansen?

Over vriendschap, geheimen en tijd die tussen je vingers glijdt.

Boek: Gloed//Auteur: Sandor Marai//Gelezen: 22.02.2015//Gekocht op aanraden

Sandor marai Gloed

Korte samenvatting.

Twee vrienden, Hendrik en Konrad, zien elkaar na 41 jaar terug. De plek van de ontmoeting, het kasteel, zal er net zo uitzien als toen ze elkaar voor het laatst zagen. Krizstina en Hendrik waren nog niet lang getrouwd toen Konrad zonder een woord van afscheid wegging. Hun laatste gesprek dat ze zullen voeren in de vertrekken van het kasteel is hard. Er wordt eerlijk gesproken, oprecht. Het is nodig om het geheim dat al 41 jaar lang tussen hen in leeft op tafel te leggen.

Waarover gaat het echt?

Dit boek gaat over vriendschap, een diepgewortelde vriendschap die je maar één of twee keer in je leven tegekomt. Wat betekent vriendschap, hoever ga je als mens in je vriendschap voor een ander? Is dit sterker dan liefde, gaat dit boven wie je zelf bent? Verloochen je daarmee jezelf? Het gaat ook over eerlijk zijn tegen elkaar of net niet. Is dat laatste dan een zonde? Het gaat volgens mij ook over tijd, tijd die nodig is om dingen te begrijpen. Dat afstand in tijd ook afstand in de dingen schept, om overzicht te krijgen of wonden te likken.

Wat vond ik ervan?

Ik had niet gedacht dat dit boek zo snel uit zou zijn (ook jammer dat het zo snel uit is), maar ik kon niet anders dan het in één ruk lezen. Sandor Marai bewijst dat hij een meester is in zijn vakgebied. Wat een uitgepuurde literatuur. Fantastisch. Met ingehouden adem heb ik het boek gelezen, omdat het spannend, eerlijk, meedogenloos en hard is. Tegelijk voel je de pijn en het verdriet. Hoewel die door de tijd minder zichtbaar zijn geworden, zijn ze niet minder voelbaar in de zinnen die op je worden losgelaten. Ik heb heel wat passages aangeduid die ik bijzonder vond. Ik geef er graag enkele mee:

Op de belangrijkste vragen geeft de mens uiteindelijk met zijn hele leven antwoord. Het maakt niet uit wat hij tussendoor zegt, welke woorden en argumenten hij aanvoert om zich te verdedigen. Aan het eind, als alles voorbij is, geeft hij met de feiten van zijn leven antwoord op de vragen die de wereld zo hardnekkig aan hem blijft stellen. Die vragen luiden: Wie ben je? Wat wilde je echt? Waartoe was je werkelijk in staat? Waaraan was je trouw en ontrouw? Waarom of voor wie was je moedig genoeg of te laf?

Haar oogopslag was als het aanbreken van de dag, met vol licht – en misschien kwam het door het kaarslicht, maar ik schrok van de bleekheid van haar gezicht.

En ik moest denken aan de woorden van mijn vader, die geen boeken las, maar door de eenzaamheid en het leven de waarheid heeft leren kennen.

Is trouw niet een vorm van egoïsme, een verschrikkelijke vorm van egoïsme, en ijdelheid, zoals het merendeel van menselijke dingen en behoeften in het leven? Willen we, als we trouw eisen, dat de ander gelukkig wordt? En als de ander in de subtiele gevangschap van trouw niet gelukkig kan zijn, houden we dan wel van degene van wie we trouw eisen?

Aanrader?

Ja.

Zelf gelezen?

Laat gerust weten wat je ervan vond. Ik ben benieuwd naar jouw ervaring.

Over drank, onbeantwoorde liefde en ingewortelde tristesse

Boek: A disaffection // Auteur: James Kelman // Wanneer gelezen: 25.01.2015 – 22.02.2015 // Gekocht: Covent Garden

Korte samenvatting.

Patrick Doyle, een 29-jarige leraar op een Schotse middelbare school, is verbitterd. Over zijn leven, zijn werk, hoe de wereld in elkaar zit. We volgen hem een week, waarin zijn onbeantwoorde liefde duidelijk wordt en hoe de bittere ondertoon, waarop zijn leven is gebaseerd, toch een weg naar buiten vindt. Naast Patrick, spelen drank en twee kartonnen buizen een belangrijke rol in het boek.

Waarover gaat het echt?

Ik heb er even over moeten nadenken (ja, soms doe ik dat), maar volgens mij gaat dit een over een tristesse die mensen kan overvallen, wanneer zij reflecteren over hoe hun leven loopt. Mensen hebben dromen en idealen. Mensen hebben elk hun ritme. Bepaalde systemen en eisen die aan jou als mens worden gesteld, zorgen ervoor dat je jezelf opzij zet, om te kunnen ‘voldoen’ aan wat als norm/normaal wordt beschouwd.  Zo alleen, is ons geleerd, zullen we graag gezien worden. Wanneer je dan enige tijd later terugkijkt, en je beseft dat je jezelf hebt opzij gezet voor de wereld rondom je, denk ik dat dat bitter kan smaken. Dit is helemaal geen egoïstische gedachte (want wie dat zegt is die dan zelf niet de egoïst?). Het gaat over dicht bij jezelf kunnen staan (en is iets anders dan altijd uw goesting doen) en hoe weinig mensen dat echt kunnen of durven, aangezien het wel wat lef vraagt.  Eén passage vind ik heel belangrijk:

You’re asking me no to think. That’s what you’re asking. And I dont think ye can do that. There’s too much at stake. I’m clear about that I mean christ that’s one thing, that’s one thing I’m clear about. Because I’ve got a job doesni mean I have to stick it because people dont have a job I mean that’s exactly what the system wants off ye; the last thing it wants is folk making their own decisions about working or not working and taking matters into their own hands, cause then the next thing ye know they’ll be acting as if they’re masters of their own fate and the next step on from there’s making social change, structural change. Revolutions dont come, you’ve got to make them happen yourself. And once people start making their own decisions, well that’s when things might start to happen.

Wat vond ik ervan?

Met de zon op mijn gezicht, achter glas weliswaar (het is nog altijd winter hé, niet te hard van stapel lopen. En doe uwen pull aan.), heb ik eindelijk de laatste bladzijde kunnen omslaan. Ik schrijf met opzet ‘eindelijk’, want ik heb me er moeten ‘aanzetten’.  Niet alleen omdat het in het Engels is (want dit boek is niet hetzelfde als de achterkant van een melkkarton lezen), maar ook omdat het in Schots dialect geschreven is. Bovendien zitten er lange passages tussen waarin de gedachtengang van het hoofdpersonage uitvoerig wordt beschreven. Ze zijn soms moeilijk te volgen omdat het een gedachtengang weerspiegelt van een man die veel alcohol achterover slaat. In die zin zorgt Kelman er wel voor dat het plaatje klopt, het vraagt gewoon iets meer van de lezer.

Hoewel het een zekere aanklacht is tegen de wereld, vind ik bepaalde passages hilarisch. In dat opzicht doet het me heel erg denken aan Catch 22 en Vernon God Little. Hoe het personage tegen de wereld aankijkt, is bitter, maar er zit een groot stuk waarheid in en meer dan eens kraamt hij geen onzin uit. Ook hier vind ik heel wat gelijkenissen met Catch 22, Catcher in the rye en Vernon God Little.

Aanrader?

Eigenlijk is het een goed boek. Het zit goed in elkaar en gaat om veel meer dan wat er aan de oppervlakte wordt verteld (onbeantwoorde liefde, drank,…). Het is geen klassieker die je ab-so-luut moet gelezen hebben. Maar ik vond het wel verrijkend om te lezen, omdat het me verplichtte mijn eigen visie op de wereld in vraag te stellen en me opnieuw kritisch deed kijken naar wat er rondom me gebeurt.

Tussenuit en middenin? #4 #5 #6

Soms komen de dingen allemaal samen, zo ook deze week. Om één of andere reden ben ik er in geslaagd om drie voorstellingen te plannen die in één en dezelfde week speelden (Goed gepland, meiske, echt. Het talent spreekt.) Evenwel veel gezien en veel gehoord. Ik heb het even laten bezinken en dit wil ik er graag over kwijt.

  • Deurdedeurdeur – SKaGeN in NTGent.

Een deurenkomedie. Blijkbaar een gigantisch succes. SKaGeN speelt dat stuk al even, heb ik me laten vertellen, en toch zat het bovenste verdiep van NTGent ook die avond goed vol. Dat heb ik nog niet vaak meegemaakt in NTGent (niet dat ik er elke week zit, maar ik heb dat nog niet vaak meegemaakt en ik wou dat even delen.).

De voorstelling zelf. Na het eerste deel was er een korte pauze en, eerlijk, ik twijfelde aan SKaGeN. Het eerste deel had veel weg van het bagatelliseren van het genre. De spot drijven is misschien zelfs beter verwoord. Het stoorde me eerlijk gezegd een beetje, ik vond het niet ‘netjes’. Het tweede deel startte ik dus met een zeker vooroordeel en ik hoopte op wat beterschap. En die kwam er, meer dan ik zelf verwachtte.

Er zijn momenten in je leven waar je aan jezelf moet toegeven dat je het mis had. Wel vorige dinsdagavond, rond 22.30u had ik zo een momentje. Want, het is wel een goede voorstelling. Het zit zeer ingenieus in elkaar en is slim opgebouwd. Je hebt de opbouw van het eerste deel nodig om het tweede en derde deel te maken tot wat het is. Ook mijn hoed af voor de acteurs. Hun timing en focus, wow zeg. Ga dus zeker kijken mocht je nog de kans krijgen, je zal het jezelf niet beklagen.

  • Carrara – Studio Orka op locatie.

Studio Orka. Het is altijd een bijzondere dag voor me als ik naar een voorstelling van hen ga. Als je de kans hebt om naar een voorstelling van hen te gaan, niet twijfelen. Studio Orka maakt oprecht en eerlijk theater. Theater waarvoor ik op de barricade zou springen indien een volgende besparingsronde hun werking op de helling zou zetten. Het is hartverwarmend wat ze maken, elke keer opnieuw. Hoe zij, samen met hun acteurs, verhalen brengen, vanaf de eerste minuut zit je er helemaal in. Het is grappig, ontroerend en gaat over de echte dingen van het leven. En dan hun decors, geniaal. Ze maken het kind in je wakker, geloof me maar. Voor je het weet, hang je als een kind van 6 vol bewondering aan de lippen van Studio Orka.

  • A Louer – Peeping Tom in CC Sint-Niklaas

CC in Sint-Niklaas. Bij deze ook een eerste keer. Niet zo een bijzonder fijne zaal om dans/theater te gaan zien. Ik had het gevoel dat ik aan het einde van een tunnel zat. En in de verte? Daar werd een stuk gedanst/gespeeld. Nu, dit is maar een detail, mij gaat het hier vooral om de voorstelling zelf. Peeping Tom was eveneens een primeur voor mij. Het gezelschap kende ik niet. Dankzij de vriendinnen heb ik weer iets bijgeleerd. Flinke meisjes zijn dat.

Ooit Twin Peaks gezien? Ja, dan herinner je je zeker dit nog:

De voorstelling deed me heel erg aan dit deel van Twin Peaks denken. In eerste instantie denk je, jammer de zoveelste rip-off. Maar Peeping Tom heeft er een dansvoorstelling van gemaakt. En dat, wel ja, dat was wel goed. Het zijn geen acteurs, dat merk je wel vind ik. De beperkte dialogen die er waren, waren op zijn zachtst gezegd niet overtuigend. Maar wat zij met hun lichaam kunnen vertellen, dat is andere koek. Niet dat ik een kenner ben, ver van, maar het was bijzonder om hen aan het werk te zien, het verhaal op hun manier te zien vertellen. Ja, ik ben overtuigd. Streepje bij voor Peeping Tom.

Over Den Haag, Rothko en 1 parel

Geen idee of je deze krokusvakantie verlof hebt. Wel, mocht dat zo zijn, zoek wat goede muziek bijeen, sla wat sandwichekes en preparé in en rijd naar Den Haag.

Den Haag? Ja, je leest dat goed.

Eerlijk gezegd, tot vorige week had ik nog nooit een voet in die stad gezet. Maar het is die man, Markus Rothkowitz, ofte beter gekend als Mark Rothko, die ons over de streep heeft getrokken. Er loopt in het Gemeentemuseum immers een tentoonstelling over het werk van hem. Nog tot en met 01 maart 2015. Dat is dus niet zo lang meer.

Soms moet je dingen met je eigen ogen zien, ervoor staan. Ik kan het moeilijk uitleggen, maar als je voor zijn werk hebt gestaan, zal je begrijpen dat je het met eigen ogen moet gezien hebben. Het is bijzonder om wat tijd door te brengen in een ruimte waar werk van hem hangt. De ‘religieuze gewaarwording’ die van zijn schilderijen zou uitgaan, die voelde ik wel niet. Niet omdat ik geen religie aanhang.Wel omdat, zoals mijn compagnie terecht opmerkte, er te veel volk was. Indien je alleen zou zijn met één werk van hem, dan kan ik me wel inbeelden dat het iets met je doet. Nu kreeg je de kans niet om te worden ingepalmd. Maar laat dat dan het enige nadeel geweest zijn van de hele tentoonstelling. Het kan niet de hele dag kermis zijn hé.

Trouwens, het café van het museum, een toffe plek om te zitten. Trakteer jezelf dus gerust op een bakje troost.

Als je zo een eind hebt gereden, zou het een beetje onnozel zijn om onmiddellijk huiswaarts te keren. Ga zeker nog het centrum in. Na een kort tramritje sta je, van het Gemeentemuseum, in het centrum van de stad (voor de goedkoop moet je de tram wel niet nemen, want een enkel ritje kost 3,50 EUR. Jawaddedadde).

Toegegeven, met één dag Den Haag kan ik je niet de ‘onontgonnen hoekjes van Den Haag’ verklappen, maar dit geef ik je graag mee:

  • het heeft een binnenstad met kleine straatjes en toffe cafés. Oerdegelijke gezelligheid dus.
  • er zijn winkels, winkels en nog eens winkels. En, open op zondag. Meevaller dus.
  • je kan je vergapen aan mooie huizen, mooie huizen en nog eens mooie huizen. (Heb ik al gezegd dat ze daar mooie huizen hebben?)
  • in het Mauritshuis hangt een fantastische vaste collectie, waaronder dit:

meisje met de parel

Mocht je gaan, stuur je dan een kaartje?

Over de liefde en hoe schoon het wél kan zijn…

Deze morgen meldde een vriendin dat de release van de film 50 Shades of Grey het hoofdpunt was van het radionieuws…Euh?

Los van het feit dat ik dit absoluut geen nieuws vind, voelde ik toch een steek in mijn hart. Al een geluk dat ik geen hypochonder ben, ik had mezelf laten opnemen voor één of andere hartkwaal.  Waarschijnlijk had ik het ergens verdrongen, ik vond het immers al vreselijk dat het boek zo een succes was (naast de andere ‘sequels’ waarvan ik jullie de titels bespaar), want ik wist dat het zou verfilmd worden. Niettemin, het was een beetje doodgaan deze ochtend. (Dank voor de bezorgdheid, het gaat ondertussen al wat beter.)

Je kan nu wel denken: “Kind, ge zijt een blogbericht aan het wijden aan dat nieuws, ge geeft het nog een extra platform. Kom niet zagen achteraf.” Dat zou terechte kritiek zijn, ware het niet dat ik het over een andere boeg wil gooien. Aha!

Want zeg nu zelf, erotiek en liefde in een boek of film, dat is schoon. De liefde en al wat er aan vasthangt, het is des mensen. Dat zijn die schone dingen van het leven waarover al te graag wordt gepraat of geschreven. In het geval je zou zeggen dat je daar zo niet mee bezig bent, bespaar je de moeite, ik geloof het toch niet.

Er zijn veel – en veel – andere boeken die echt wel de moeite zijn om te lezen en massa’s films waar je echt voor in je zetel moet blijven zitten.  Vandaar mijn vraag aan jullie, pom pom pom: Bij welke scène uit een boek of film dacht je, wel dat mag mij ook eens overkomen? (laten we het breed houden voor het gemak, dus scènes waar de liefde/erotiek centraal staat).

Aangezien er misschien wat schroom moet overwonnen worden, bijt ik graag de spits af:

1. Filmscène:

komt uit Drive van Nicolas Winding Refn (man, man, man, ik kan er blijven naar kijken.)

2. Boek (om te vermijden dat ik niet opnieuw in mijn Murakami-verafgoding zou vervallen, kies ik voor het volgende licht erotische werk):

Milan Kundera – De ondraaglijke lichtheid van het bestaan.

Of het nu aan jullie is? Ja, graag.

Jezelf het weekend in schrijven

Het is geen boek dat ik gelezen heb noch een voorstelling die ik gezien heb. Hoogstens zie ik onderstaande stukjes als de drukke week van me afschrijven, want dat was het wel vorige week. Zie het eventueel als een tussendoortje, binnenkijken in andermans gedachten. Dingen die ergens vanbinnen zaten en nu hun weg naar buiten hebben gevonden. Ik weet ook niet waar het vandaan komt. In een vorig leven schreef ik ook teksten, maar dan had ik een excuus, ik puberde. Op vandaag kan ik dat moeilijk zeggen want de kaap van 30 heb ik ondertussen achter me gelaten. Misschien zeg ik binnen afzienbare tijd wel dat de nieuwe puberjaren  tussen 30 en 35 jaar liggen. Whatever.

Goed weekend duifjes, jullie hebben die weekendrust ook verdiend, dat ben ik zeker. Tot gauw.

I.

Mijn blik bleef hangen aan het stukje behangpapier dat een beetje los begon te komen. Links in de hoek van de kamer, net boven de kast waar de tv op stond. Mijn handen rustten op de plek waar net geleden nog je handen wat van je warmte hadden gelaten. Ik denk dat ik nog wat van je adem kon voelen. Al ben ik het niet zeker, het is waarschijnlijk eerder de gedachte eraan. Had ik wat eerder en jij – als het even kon – wat later, dan waren we elkaar gekruist in de hal, beneden aan de trap. Dat ben ik zeker. Je had zeker gedaan wat je anders ook zou doen, mijn voorhoofd met zoenen verkennen om te begrijpen wat me die dag onrustig maakte. Je handen zouden rusten op mijn schouders terwijl je me toefluisterde dat het nog zou sneeuwen. 

Ik zit al even te wachten. Op de sofa die we samen kochten. Misschien moet ik wat licht laten branden, het wordt stilaan donker in huis.

II.

Het was die dame met dat kleine jongetje aan haar hand, ik wist niet waar ik het had. Nooit eerder had ik zo weinig liefde in de ogen van een moeder gezien. Het kind huilde al even steentjes in de grond. Dat zag je aan zijn schoenen, een beetje geschonden aan de binnenkant. Niets liever had ik die dag hem even in mijn armen gesloten en alles wat ik had in die liefkozing gelegd. Zo kon hij misschien, al was het maar voor even, vergeten dat zijn leven uit eenzame plekken bestond.

 

Lichtfest: dan toch mijn gedacht.

Indien je bij het lezen van de titel denkt: “Vrouwmens, waar komt gij nog mee af. Dat was vorig weekend.”, dan moet ik je gelijk geven. Dat ik daar nu maar pas mee kom aandraven, is omdat ik van mijn mini-schare fans het verzoek heb gekregen te bloggen over het Lichtfest (Jawadde, fans. Ik verschiet er ook van.). Aangezien ik die schare wil soigneren, moet ik uit mijn pijp te komen.

In ieder geval zal ik je sparen van de foto’s die ik genomen heb. Ten eerste omdat het eigenlijk geen schone foto’s zijn (ze trekken op geen ouwe slets) en ten tweede omdat ik denk dat iedereen van jullie naar het Lichtfest is geweest of minstens andermans foto’s heeft gezien.

Concreet. Place to be vorige week:  de Gentse binnenstad. Iedereen had dat in zijn almanak geschreven want de trip donderdagavond van het werk naar huis duurde 1 uur in plaats van de gebruikelijke 12 minuten (ik woon in het centrum). Ondertussen keek ik toe hoe de stad stilaan werd ingepalmd door een massa volk. Allen uitgerust met nieuwe wandelschoenen, dikke vest en muts.

De tweede dag hebben we ons onder het volk gemengd en dit is mijn gedacht van het Lichtfest:

  • de “kleine” installaties waren het mooist. In al hun eenvoud toch bijzonder.
  • wat ze in Baudelo in elkaar gestoken hebben, begreep ik niet goed. Maar misschien ligt dat aan mijn beperkt brein (ik ben maar een simpele ziel)
  • het Lichtfest miste de charme die ze de vorige edities wel had. Door de grote overrompeling, want dat was het wel, maar ook omdat het parcours te groot was
  • Stad Gent heeft er verstand van om grote evenementen op poten te zetten. Op dat vlak, een “speekmedaille”

Nu, begrijp me niet verkeerd, ik heb er geen spijt van dat ik drie uur in de kou door de straten van Gent heb gewandeld. Alleen, de grote verwondering is in mijn vestzakken blijven zitten. Je mag dus altijd wat verwondering komen lenen, ik heb nog wel wat op reserve.

 

 

 

Over pimpen, pornosterren en affectie.

Misschien is het je al opgevallen dat de blog een ieniemienie gepimpt werd. (Mocht het je niet opgevallen zijn, wel, dan ben ik er nog om het te melden.). Er werd een ‘widget’ toegevoegd (zo heet dat dan in blogland. Wees gerust, ik had daar tot voor kort ook nog nooit van gehoord.). De widget: goodreads.  Wie het niet kent, het is een site waar je een digitale boekenkast, met veel toeters en bellen, kan bijhouden. Goede site, vind ik zelf. En, best wel handig als je in je blog over boeken wil schrijven. Al moet ik ook onmiddellijk toegeven dat de nadruk op handig ligt…

Mijn hart heb ik verloren aan ‘echte’ boeken. Een boek dat in je schoot ligt, je enige tijd gezelschap houdt. Blad na blad omslaan, die herhaling geeft me rust. Boekenwinkels kan ik maar moeilijk voorbij, niet in het buitenland en al zeker niet in Gent. Meestal gebruik ik het excuus: “ik ga gewoon eens kijken.” (tegen mezelf dan nog. Waarom hé. Ik vraag het me ook af ). Twintig minuten later sta ik zeker met één boek weer buiten en zeg ik tegen mezelf: “Goed gedaan, je hebt niet alles mee wat je interessant vond.” . Voorlopig kan ik ze nog allemaal lezen, het is dus nog niet problematisch aan het worden.

Soit, terug naar de digitale wereld. Je ziet dus via de “widget” dat ik op dit moment bezig ben in A Disaffection van Kelman. Wanneer dat boek uit is, laat ik jullie weten wat ik ervan vond. Waarschijnlijk zal ik er nog wel even zoet mee zijn (geschreven in Engelse spreektaal – ik zweet er net iets harder op). Het geeft me wel de gelegenheid om in the meantime een ander klein boekje de hemel in te prijzen:

Not a star – Nick Hornby. Over een moeder die ontdekt dat haar zoon een pornoster is. Erger nog, dat haar buurvrouw het eerder weet dan zij zelf.

Waarom is dit boekje het lezen waard?

  1. Het telt slechts 62 pagina’s. Ideaal als tussendoortje dus.
  2. Het leest als een trein. Neem daar dan het aantal bladzijden erbij en hop, een half uur later heb je een volledig (!) boek gelezen.
  3. Het is een grappig – misschien een beetje pijnlijk grappig – verhaal.
  4. Als je nog niets gelezen hebt van Hornby, vind ik dat wel een goede introductie.
  5. Wie wil nu stiekem niet iets lezen over pornosterren?

Dus: lezen die handel.