Boek: Gloed//Auteur: Sandor Marai//Gelezen: 22.02.2015//Gekocht op aanraden
Korte samenvatting.
Twee vrienden, Hendrik en Konrad, zien elkaar na 41 jaar terug. De plek van de ontmoeting, het kasteel, zal er net zo uitzien als toen ze elkaar voor het laatst zagen. Krizstina en Hendrik waren nog niet lang getrouwd toen Konrad zonder een woord van afscheid wegging. Hun laatste gesprek dat ze zullen voeren in de vertrekken van het kasteel is hard. Er wordt eerlijk gesproken, oprecht. Het is nodig om het geheim dat al 41 jaar lang tussen hen in leeft op tafel te leggen.
Waarover gaat het echt?
Dit boek gaat over vriendschap, een diepgewortelde vriendschap die je maar één of twee keer in je leven tegekomt. Wat betekent vriendschap, hoever ga je als mens in je vriendschap voor een ander? Is dit sterker dan liefde, gaat dit boven wie je zelf bent? Verloochen je daarmee jezelf? Het gaat ook over eerlijk zijn tegen elkaar of net niet. Is dat laatste dan een zonde? Het gaat volgens mij ook over tijd, tijd die nodig is om dingen te begrijpen. Dat afstand in tijd ook afstand in de dingen schept, om overzicht te krijgen of wonden te likken.
Wat vond ik ervan?
Ik had niet gedacht dat dit boek zo snel uit zou zijn (ook jammer dat het zo snel uit is), maar ik kon niet anders dan het in één ruk lezen. Sandor Marai bewijst dat hij een meester is in zijn vakgebied. Wat een uitgepuurde literatuur. Fantastisch. Met ingehouden adem heb ik het boek gelezen, omdat het spannend, eerlijk, meedogenloos en hard is. Tegelijk voel je de pijn en het verdriet. Hoewel die door de tijd minder zichtbaar zijn geworden, zijn ze niet minder voelbaar in de zinnen die op je worden losgelaten. Ik heb heel wat passages aangeduid die ik bijzonder vond. Ik geef er graag enkele mee:
Op de belangrijkste vragen geeft de mens uiteindelijk met zijn hele leven antwoord. Het maakt niet uit wat hij tussendoor zegt, welke woorden en argumenten hij aanvoert om zich te verdedigen. Aan het eind, als alles voorbij is, geeft hij met de feiten van zijn leven antwoord op de vragen die de wereld zo hardnekkig aan hem blijft stellen. Die vragen luiden: Wie ben je? Wat wilde je echt? Waartoe was je werkelijk in staat? Waaraan was je trouw en ontrouw? Waarom of voor wie was je moedig genoeg of te laf?
Haar oogopslag was als het aanbreken van de dag, met vol licht – en misschien kwam het door het kaarslicht, maar ik schrok van de bleekheid van haar gezicht.
En ik moest denken aan de woorden van mijn vader, die geen boeken las, maar door de eenzaamheid en het leven de waarheid heeft leren kennen.
Is trouw niet een vorm van egoïsme, een verschrikkelijke vorm van egoïsme, en ijdelheid, zoals het merendeel van menselijke dingen en behoeften in het leven? Willen we, als we trouw eisen, dat de ander gelukkig wordt? En als de ander in de subtiele gevangschap van trouw niet gelukkig kan zijn, houden we dan wel van degene van wie we trouw eisen?
Aanrader?
Ja.
Zelf gelezen?
Laat gerust weten wat je ervan vond. Ik ben benieuwd naar jouw ervaring.